Donkergeel tot bruin met gele vlekken
29-35 cm. Max. 90 cm (tot 8 kg)
EN: John Dory
DE: Heringskönig
FR: Saint-Pierre
Zonnevis: een prachtige bijzondere niet alledaagse verschijning die heerlijk smaakt. Deze naam heeft hij te danken aan de zwarte ‘zon’ op zijn flank. Zonnevis is plat, maar zwemt niet op zijn zij en is dus een rondvis.
Volgens de legende haalde apostel Sint-Pieter ooit een een gouden munt uit de vis. Dezelfde zwarte stip op iedere flank zouden zijn vingerafdrukken zijn. Vandaar de bijnaam Sint-Pietervis. Andere bijnamen zijn zeehaan en spiegelvis. De Engelse benaming John Dory, verwijst mogelijk naar Doré. Frans voor ‘van goud’. Kortom, heel wat namen.
De zonnevis heeft een opvallend uiterlijk: een enorme kop, uitstulpende bek en rugvinnen als een hanenkam met hieraan lange stekels. Hij leeft in kleine scholen of solitair op dieptes van 50 tot 150 meter. Door zijn solitaire bestaan is de kans op overbevissing klein. Zonnevis jaagt meestal op haring, horsmakreel, sardienen en spiering.
Ondanks zijn voorkomen in de Atlantische Oceaan van Noorwegen tot en met Zuid-Afrika is hij in de Noordzee niet veel voorkomend. De kuitperiode is van juni tot en met augustus.
Zonnevis heeft een laag rendement bij het fileren van 30-35%. De crèmewitte filets hebben een aangename naar garnaal neigende smaak.
Bereiden als platvis zoals tong of schol: bakken, grillen, stomen of frituren.