Groenblauw met zilverkleurige horizontale streep op flank
2-16 cm, max. 20 cm
Sardine of sprot (beiden geen familie)
In gerechten: alle haringachtigen
EN: anchovy
DE: Sardelle
Ansjovis, herkenbaar aan zijn slanke lichaam en uitstekende bovenkaak, tref je aan in grote scholen langs de kusten van de Atlantisch Oceaan, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. In April trekken ze naar het noorden, ook langs onze kust om te gaan kuitschieten. Ansjovis verdraagt hoge zoutgehaltes, maar komt ook voor in brak water. Met een vetgehalte van 2,2% is ansjovis een matig vette vis.
Ansjovis voedt zich met plankton en zijn een belangrijke prooi voor bijna alle vissen en vogels in hun omgeving en vervullen daarmee een belangrijke rol in de voedselketen.
Hij is populair in Zuid-Europa, maar ansjovis wordt (seizoensgebonden) ook in Nederland gevangen. Ansjovis is in het seizoen van oktober tot en met juni. In de resterende 3 zomermaanden plant hij zich voort.
De kwaliteit van verse ansjovis gaat snel achteruit en is vaak als eerste duidelijk te herkennen aan een papperige buik en/of een roodgekleurde kop.
De visfilets worden vaak gemarineerd, gezouten of in olie of azijn ingelegd. Ansjovis is een smaakmaker in de keuken, waarvan de Romeinen al gebruik maakten: als dressing (Caesar-dressing), saus (putanesca), door een salade, als tapenade (in combinatie met olijven, kappertjes, paddenstoelen, zongedroogde tomaten en knoflook) of op een pizza. Verder kun je ansjovis grillen, bakken, frituren en zelfs rauw consumeren met olie en zout.